Op 19 maart leerde Toon ons waar we op moeten letten bij het snoeien van appelbomen:
Neem de tijd voor je snoeit en kijk:
- naar de vorm: een appelboom snoei je het best in een piramide vorm: breed aan de onderkant, smal naar boven toe.
Zie je takken die echt een hele andere kant opgaan: snoei ze weg. - Als er teveel takken in hetzelfde gebied zitten: bekijk welke je wilt houden en snoei de andere weg. Takken die je niet meer wil zien snoei je zo dicht mogelijk bij de stam of hoofdtak af.
- een geënte boom (zoals deze appelbomen) is altijd wat sneu; de boom heeft het genetisch in zich om een grote boom te worden, maar hij is geënt op een stam die traag groeit en maar traag voedingsstoffen doorgeeft. De boom reageert daarop met “stress” en gaat extra vruchten aan maken. Gunstig voor ons als consument, maar eigenlijk niet fijn voor de boom. Pest de boom niet nog meer door onnodig extra te gaan snoeien.
- snoei naar beneden groeiende takken wel af: voedingsstoffen komen eerder terecht in naar boven groeiende takken.
- Maar ook weer niet in steil naar boven groeiende takken. Je kan aan het soort knop op de tak zien of het een vrucht of een blad wordt: bladknop: ligt vlak langs de tak; vruchtknop: staat er wat van af en is wat groter.
- als je een tak flink terugsnoeit omdat hij bijvoorbeeld de verkeerde kant op groeit, doe dat dan op 3 ogen: als de eerste (onderste invriest), dan heb je er nog 2 reserve. Je kan niet tevoren weten welk oog gaat uitlopen, vanwege die kans op invriezen.
- Na een stevige snoeibeurt, zal de boom reageren met stress en extra veel zogenaamde waterloten aanmaken: rechtopgroeiende takken, waar alleen blad aankomt. Deze kan je het beste tijdens het groeiseizoen al wegtrekken. Dit schijn je zonder snoeimes te kunnen doen: gewoon trekken