Energie, klimaat en voedsel De mondiale voedselvoorziening loopt in gevaar door Peak Oil en de klimaatcrisis. Na Peak Oil is er steeds minder energie voor machines, transport en landbouwchemicalieën. Op dit moment kost het in industriële landen zo’n 10 calorieën energie om 1 calorie voedsel te produceren, van boerderij tot op het bord. De Nederlandse landbouw is daardoor zeer afhankelijk van fossiele brandstoffen. Bedenk dat alle stikstof-kunstmest uit aardgas wordt geproduceerd en alle bestrijdingsmiddelen uit aardolie. Minder fossiele energie betekent nog een ander risico; de teelt van bio-diesel (zoals suikerriet, maïs, palmolie en koolzaad) concurreert direct met de grond voor voedselgewassen. Tot slot zorgt klimaatverandering voor veranderende temperaturen en weerpatronen waar landbouwgewassen zich in korte tijd aan zullen moeten aanpassen.
Veeteelt Met name voor dierlijk voedsel is veel energie nodig; koeien zetten bijvoorbeeld slechts 1/7e van hun voer in vlees om, kippen 1/3e. Europa en Nederland in het bijzonder importeren gigantische hoeveelheden soja voor de productie van vlees en zuivel. Deze soja komt met name uit Argentinië, Brazilië en de Verenigde Staten. In Brazilië gaat dit iedere dag weer ten koste van tropische bossen en savannes (cerrados). Op haar beurt is Nederland een netto-exporteur van vlees en zuivel. En we kampen met een mestoverschot dat grond, water en lucht vervuilt.
Stijgende voedselprijzen In 2007 zijn de voedselprijzen wereldwijd met 40% gestegen. Een recent rapport van de Verenigde Naties (United Nations Environment Program) waarschuwt voor vererging van de voedselcrisis. Rond 2050 kan bijna een kwart van de voedselproductie verloren gaan door “ecologische instortingen”. Een eeuw lang heeft de wereld voordeel gehad van dalende voedselprijzen, als gevolg van de ‘Groene Revolutie’, de opkomst van industriële landbouwmethodes en subsidies in Westerse landen. Maar volgens de VN kunnen voedselprijzen de komende decennia met 30-50% stijgen, door allerlei oorzaken, zoals droogtes, toenemende vraag naar veevoer, ziektes, plagen en de gevolgen van klimaatverandering. De hogere prijzen hebben vooral gevolgen voor arme landen. Er leiden wereldwijd al 963 miljoen mensen honger. Kijk voor meer informatie op: http://www.duurzaamnieuws.nl/bericht.rxml?id=39386
Bodemerosie Sinds 1960 is 1/3 van wereldwijde akkergrond verloren gegaan aan ‘bodemerosie’. Jaarlijks komt hier 10 miljoen hectare land bij, bijna een kwart van de oppervlakte van Nederland. De natuur zelf doet er duizenden jaren over om deze bodem weer te regenereren.
Gebrek genetische diversiteit Het industriële landbouwsysteem mist ‘genetische diversiteit’: wereldwijd zijn zo’n 7000 gewassen beschikbaar, maar slechts 30 hiervan zorgen voor 90% van alle calorieën op aarde; het drietal maïs, tarwe en rijst voor maar liefst 60%. Nog maar 10% van alle rassen uit de landbouwgeschiedenis wordt nog werkelijk geteeld. De rest is uitgestorven of ligt bevroren in gecentraliseerde zaadbanken.
Waterschaarste Wereldwijd wordt maar 16% van alle landbouwgrond geïrrigeerd, maar hierop wordt wel 40% van al het voedsel verbouwd. Een deel van dit land raakt uit productie door ‘verzouting’. Bovendien is er toenemende ‘(zoet-)waterschaarste’ op de wereld. Nederland kent geen directe waterschaarste, maar heeft door al haar import wel een totaal watergebruik (watervoetafdruk) dat vijf keer zo hoog ligt als het binnenlandse gebruik. Lees voor meer informatie over voetafdruk en watervoetafdruk een recent rapport van het Wereld Natuur Fonds: https://www.wwf.nl/wat-we-doen/focus/biodiversiteit/living-planet-report
De boer in het nauw Het beroep van boer staat op de tocht. Grote zaadhandelaren, chemie-concerns, verwerkingsbedrijven en supermarktconcerns strijken steeds meer macht en geld op. Boeren krijgen vaak maar zo’n 10% van de verkoopprijs in de supermarkt. In ontwikkelingslanden raken boeren letterlijk hun land kwijt wanneer ze niet langer kunnen concurreren tegen gesubsidieerd voedsel dat industriële landen op de wereldmarkt dumpen. Maar ook in Nederland raken boeren in het nauw door lage winstmarges en hoge werkdruk. Als reactie bebouwen boeren steeds grotere arealen, met minder mankracht, maar wel meer fossiel energiegebruik én lagere oogsten per hectare dan in kleine, intensieve bedrijfjes. In 1960 waren er nog 300.000 Nederlandse landbouwbedrijven, in 2007 nog maar 77.000. Bijgevolg verdwijnen plattelandsgemeenschappen en verwordt het Nederlandse landschap tot een mozaïek van grote monocultuur-velden en geïsoleerde stukjes beschermde natuur.
Nieuwe ‘groene revolutie’ De meeste mensen hebben geen flauw idee hoe voedsel wordt geproduceerd. Veel boeren voelen zich door de lage voedselprijzen genoodzaakt roofbouw te plegen op de natuur. Transition Town Nijmegen voorziet een toenemend belang van regionale, organische landbouw. Door directe contacten met tussen boeren en Nijmeegse burgers is het mogelijk de natuurlijke bodemvruchtbaarheid te herstellen, zonder dat de prijs voor voedsel daardoor ver hoeft te stijgen. Kijk op de pagina ‘duurzame landbouw’ voor meer informatie: https://transitiontownnijmegen.nl/tnij/646/landbouw-en-voedsel
Meer weten?
Watch your (Fo)dometer http://www.youtube.com/watch?gl=NL&hl=nl&v=p4RCyxgz97g
http://www.richardheinberg.com
Boeken over landbouw: https://transitiontownnijmegen.nl/tnij/informatie/boeken/landbouw
Films over landbouw: https://transitiontownnijmegen.nl/tnij/informatie/films/landbouw